Voor
jou geen rituelen, geen gelukbrengende konijnenpoten of amuletten.
Schrijven
is je werk, en je doet dat zo goed mogelijk. Je haalt voldoening uit een goed
geformuleerde zin, een weldoordachte plot of een raak beschreven scène.
Je
bladert regelmatig in ‘how-to-write’ boeken, doet daar aan ‘cherrypicking’ en
voor de rest ben je zo nuchter als een wit kalf. Recensies, zowel goed als
slechte, verstoren je rust en zekerheid niet en je gaat stug je eigen weg, of
deze ergens naar toeleidt of niet.
Het
gaat er voor jou niet om wat je uitgeeft, maar wat je schrijft en een uitgever
die jou ontdekt en begrijpt kan enkel maar gelukkig met je zijn.
Anderzijds
ben je ervan doordrongen dat de wereld nu niet echt bezaaid is met begrijpende
uitgevers.
Het
kan je eerlijk gezegd aan je reet roesten.
Schrijvers
moeten vooral schrijven en de rest is voor anderen.